zaterdag 26 februari 2022

Carnavalszaterdag in oorlogstijd

 



Het zonnetje schijnt door de nog kale bomen. Een middagwandeling door De Warande in Tilburg doet heerlijk fris aan.  De lente moet nog aanbreken, maar de vogels fluiten er al lustig op los. In Oekraïne gieren kruisraketten door de lucht. Op straat liggen daar lijken. Onvoorstelbaar als je hier vredig voortstapt over de boomwortels. Zo ver weg en zo dichtbij.

 

door Arnold Verplancke

Door de bomen klinkt plotseling blaasmuziek. Een simpele tweekwartsmaat, maar geen marsmuziek. Het doet me niettemin even denken aan een militaire kapel, die mee marcheert in een parade. Dat zal wel komen door de oorlogsbeelden die ik de afgelopen dagen gekluisterd aan de tv heb gezien via BBC en CNN.

 

Toen ik jong was, werd Bevrijdingsdag nog gevierd met een militaire parade. Ik herinner me als kleine jongen met bewondering te hebben gekeken naar al die soldaten van landmacht, luchtmacht en marine in hun uniformen, de wapens over de schouders. Het zal misschien 5 mei 1950 zijn geweest, in mijn geboorteplaats Leiden, waar ze over het Levendaal marcheerden. 

 

Parade

Jongere generaties geloven dat niet meer: feest vieren met een militaire parade. Maar ik kan het nog sterker vertellen. Ook tijdens het jaarlijkse 3 oktoberfeest, als Leiden herdenkt dat het stand heeft gehouden tegen het Spaanse leger in 1574, reed in 1964 nog een heel militair konvooi mee in de grote optocht, inclusief een raket van de luchtverdediging. Dat blijkt uit een foto in het Leidsch Dagblad van dat jaar, dus bijna twintig jaar na de oorlog.


 

Militair konvooi in de feestelijke optocht van 1964. Foto HVOL.

Dat is trouwens het jaar dat ik de Koninklijke Luchtmacht verliet met groot verlof, zoals dat heet. Niet dat ik zo’n puike militair was. Integendeel misschien, want ik heb nog tien dagen verzwaard arrest gekregen omdat ik tijdens een kamerinspectie de UZI pistoolmitrailleur in mijn kledingkast niet bleek te hebben onderhouden. Je kon nauwelijks meer door de loop kijken van het stof. De Russen bleven gelukkig weg en mijn verzwaard arrest bleek alleen kamerarrest te zijn. Ik mocht overdag gewoon mijn werk doen op de verkeerstoren van Ypenburg. Maar toen was al duidelijk dat mijn militaire carrière geen hoge vlucht zou nemen.

 


Arnold in de verkeerstoren van Ypenburg 1964.

NAVO

Nederland was in de jaren zestig natuurlijk al lid van de NAVO. Gelukkig wel. Daar kunnen ze in Oekraïne alleen maar jaloers op zijn. Door de Russische inval bezinnen nu zelfs neutrale landen als Zweden en Finland zich op een eventuele toetreding tot het defensieve bondgenootschap.


 

Terug naar mijn winterse wandeling in de Warande. Nee de blaasmuziek had natuurlijk niets te maken met een militaire kapel, laat staan met Oekraïne, maar wel met het carnaval. De Tilburgse prins Frans-Jan d’n Irste bleek met zijn gevolg en hoempa orkest neergestreken bij Auberge du Bonheur, waar kort na het  middaguur de bladen vol mooi getapte glazen bier al rondgingen. Carnavalszaterdag in oorlogstijd. Honderdduizenden mensen op de vlucht en hier heerst de vrolijkheid.


 

Vrede

Wat wil ik daar nou mee zeggen? Heb ik er iets op tegen dat ze carnaval vieren? Welnee, helemaal niet juist. Heerlijk dat ze in alle vrijheid kunnen lachen en zingen. Dat ze kunnen genieten van de vrede die wij kennen. Dat er generaties zijn opgegroeid in ons land, die niet anders weten.

Maar af en toe is het goed te beseffen dat vrede niet gratis is. Dat ze inspanning en onderhoud vergt. Een week geleden zou niemand in de miljoenenstad Kiev hebben verwacht nu opgepropt in een schuilkelder te zitten, met de auto in een lange file het land uit te vluchten, of nog erger door de Russen beschoten te worden.

 

https://www.brabantcultureel.nl/2022/01/25/bach-oekraine-en-het-titanic-gevoel/

https://www.brabantcultureel.nl/2022/02/28/carnavalszaterdag-in-oorlogstijd/


 



 

 

 

 

vrijdag 18 februari 2022

Mijn appartement beweegt


Je voelt de storm en je hoort het fluiten van de wind. In woontoren Westpoint in Tilburg beleven bewoners deze vrijdag een bijzondere middag. Het is één van de hoogste woontorens van Nederland. Arnold Verplancke woont op de 43e etage; 128 meter hoog. Hij laat ons zien en horen hoe hij storm Eunice beleeft.

Kijk en luister naar:

https://www.omroepbrabant.nl/nieuws/4042996/de-storm-op-grote-hoogte-bewoners-van-westpoint-bewegen-mee-met-de-wind


dinsdag 8 februari 2022

Museum Leuven

 

De kijker kiest mee voor de tentoonstelling

 

Altijd leuk en  verrassend om te zien welke werken museumbezoekers zelf uitkiezen als ze mogen meebeslissen. Buitenstaanders krijgen wel vaker invloed op een tentoonstelling. Prinses Beatrix heeft ooit  een hele expositie samengesteld in het Stedelijk Museum van Amsterdam. Ook andere bekende Nederlanders mogen soms rondstruinen in de grote depots. Maar het Museum in Leuven geeft elke twee jaar gewone geïnteresseerden een kans.

door Arnold Verplancke

Uit de museumbezoekers die mee wilden doen aan de presentatie van De Tien voor 2021-2023 heeft het museum tien kandidaten gekozen van verschillende generaties. Deze proefkonijnen zoals ze werden genoemd, maakten eerst digitaal kennis met dertig uiteenlopende kunstwerken uit de brede collectie van het museum, van heel oud tot zeer eigentijds. In een spelvorm konden ze vervolgens telkens enkele af laten vallen. Tegelijk kregen ze meer achtergrondinformatie over de stukken. Door de coronabeperkingen moest dat allemaal digitaal gebeuren. Pas in een later stadium kwamen ze oog in oog met de echte kunstwerken. Uiteindelijk bleven er tien over die nu in een aparte ruimte staan opgesteld.

Richard Long

Om ze te zien moet u wel naar Vlaams Brabant reizen, maar de mooie stad Leuven heeft daarvoor genoeg te bieden. Ook het museum zelf trouwens: van fraaie  19e eeuwse salons tot een tijdelijke expositie van Richard Long (1945). Van hem zijn enkele grote werken te zien met zorgvuldig gegroepeerde grote keien uit de natuur of houtblokken. Ze verwijzen naar de landschappen die hij op al zijn lange wandelingen tegenkomt. Op verschillende wanden heeft hij eigenhandig met modder grote afbeeldingen gemaakt, waarvan de opgedroogde grondstof soms nog lijkt af te druipen. 

Deze werken zijn echt tijdelijk: na de expositie zullen ze voorgoed verdwijnen. Bezoekers van De Pont in Tilburg kennen zijn werk waarschijnlijk wel. Het is er vanaf de opening in 1992 regelmatig te zien: de grote witte cirkel van kalksteen bijvoorbeeld en het lange zwarte kolenpad.

Altaardoek

Terug naar De Tien. Kiezen de oudere proefkonijnen voor ouder werk en de jonge voor eigentijds? Neen, integendeel zelfs. De jongste Lila (2004) heeft zich sterk gemaakt voor het oudste werk: een antependium (altaardoek) met Christusmonogram uit circa 1550-1600. 

“Ik stond zelf versteld van mijn  keuze: ik dacht dat ik zou kiezen voor hedendaags en abstract. Nooit verwacht dat ik zou uitkomen bij een zestiende eeuws tapijt dat diende om een altaar te versieren.” Zij blijkt gefascineerd door alle geneeskundige kruiden die er op afgebeeld staan en de relatie met hedendaagse psychedelica.

Het meest eigentijdse kunstwerk is een abstracte fotografie Liquid Light van Jim Campers uit 2016 (archivalische pigmentprint op dibond, om precies te zijn). Het blijk gekozen door de op een na oudste deelnemer aan deze selectie: Kristien (1967).


De poep

Bij de ingang van deze zaal trekt een beeld van Jef Lambeaux uit 1884 sterk de aandacht: Het dolle lied geheten. Een sater heeft dolle pret met een blote nimf. Maar tegelijk duwt hij een klein jongetje weg, kennelijk zijn zoontje. Hij wil niet gestoord worden in zijn liefdesspel.

Nog een blote vrouw valt erg op aan het eind van de tentoonstelling. Ze staat op een schilderij  Lot en zijn dochters van Pièrre Joseph Verhaghen uit de periode 1780-1810. 


Het stelt de oudtestamentische figuur Lot voor, die met zijn twee dochters gevlucht is uit Sodom. In een afgelegen grot proberen de twee kinderloze vrouwen hun vader te verleiden. Centraal op het doek staat een van de dochters met de billen bloot naar de kijkers. ‘De poep staat centraal’, heet het Vlaams in de toelichting.

Een toegangskaartje voor het Museum in Leuven geldt ook voor de dichtbij gelegen Sint Pieterskerk waar de tentoonstelling Tussen Hemel en Aarde te zien is, met onder andere Het Laatste Avondmaal van Dieric Bouts. Eerlijk gezegd trof de Marteling van de H. Dorothea me nog het meest. 




Een drieluik van Joost van der Baren uit 1594-1595. Op het rechterpaneel zie je hoe zij bijna naakt aan een balk hangt. Boven haar hoofd dreigt een vurige toorts en onder haar voeten brandt ook al een vuurpot. Het grote paneel laat plastisch zien hoe ze onthoofd op de grond ligt. Ouders laat uw kleine kinderen deze gruwelen niet zien, zou ik zeggen, al weet ik niet hoeveel enge taferelen ze al meekrijgen op hun computergames.

 

Als je dan toch rondloopt in het oude centrum van Leuven, kun je ook nog wel een bezoek brengen aan de Sint-Antoniuskapel, waar het graf van pater Damiaan (1840-1889) te vinden is. Hij stierf te midden van zijn melaatsen. In 2009 werd hij door de paus heilig verklaard. Maar in 2005 had hij al de verkiezing gewonnen voor de ‘grootste Belg’. Als je alleen met hem bent in de crypte kan de absolute stilte je overweldigen.


De Tien loopt tot 26 februari 2023

Werk van Richard Long is er tot 20 maart 2022

Hemel en Aarde in de Sint Pieterskerk tot 7 maart 2023

https://www.mleuven.be/en/node/2714

https://www.mleuven.be/nl/richard-long

https://www.mleuven.be/nl/Bouts

https://kerkenleuven.storygraaf.be/sintantonius.html