zondag 28 juli 2013

Over religie in de Islamitische republiek


Vakantie in bont Iran (1)

 
De eerste avond wacht ons al een bizarre verrassing.

In de huiskamer van de familie waar we tijdelijk logeren, in een voorstad van Teheran, hangt een royale ingelijste reproductie van de gekruisigde Christus. En dat midden in de toch zeer streng islamitische republiek Iran. Oorspronkelijk is het van de hand van de schilder Salvador Dali: Jezus, hier beter bekend met zijn niet-Latijnse naam Isa, van bovenaf gezien aan zijn sterfhout.

Waarom Isa?

“Ik hou van God en ik hou van Isa”, is het onverwachte antwoord.

Meer van Isa dan van de profeet (Mohammed)? De vraag klinkt gewaagd, bijna als vloeken in de kerk.

“Ja, want Isa maakte geen oorlog. Hij offerde zichzelf.”

En Mohammed begon wel oorlogen?

Hij knikt.

We hebben hem nog maar een uur eerder ontmoet op Khomeinie Airport en dan al deze  onbevangen openhartigheid.

Zijn antwoorden krijgen perspectief als hij later vertelt hoe hij als kind de oorlog heeft meegemaakt. Acht jaren lang heeft Iran een bloedige oorlog moeten uitvechten tegen buurland Irak, dat aanviel in de jaren tachtig. Hij was nog een kind. Met zijn moeder en zusjes moest hij schuilen in de kelders als de bommenwerpers weer kwamen en dichtbij hun huis die dodelijke last lieten vallen. Met haar kinderen is zijn moeder gevlucht naar familie in het noorden, verder weg van de hoofdstad, die doelwit was van de Iraakse luchtmacht.

Door heel Iran hangen een kwart eeuw later nog steeds posters met foto's van de 'martelaren' die in deze gruwelijke oorlog zijn gesneuveld. 'En allemaal voor niks', zal een moeder verzuchten bij het zien van al die jongensgezichten. 'De ayatolla’s bleven thuis in die tijd en werden rijk.'

Een paar weken rondkijken in het Iran van 2013, in modale milieus, levert een zeer veelkleurig beeld op. Veel bonter en genuanceerder dan de zwart-wit beelden van de tv. Natuurlijk lopen er in het straatbeeld altijd wel vrouwen rond met zwarte alles verhullende chadors en soms ook een bebaarde mullah in lang gewaad. Maar veel meer bepalen modieus geklede en goed verzorgde vrouwen het beeld. Ze voldoen nog maar net aan de strenge kledingvoorschriften. Of net niet. De grenzen verschuiven, zoals iemand constateert die hier nog maar een jaar geleden was.

Hoofddoeken die het halve hoofdhaar vrij laten of soms alleen nog maar hangen op het achtervoegsel, dat met een klem achter op het hoofdhaar zit om de doek op te houden. Een getailleerd dun jasje, manteau genoemd, in plaats van een zwart gewaad, met daaronder strakke broekspijpen. Ze bedekken weliswaar lijf en leden, maar laten het figuur duidelijk uitkomen. In goedgekozen modieuze en passende tinten, met de nodige make-up en als het even kan wat bling-bling om de pols, zien deze Iraansen er minstens zo vrouwelijk uit als leeftijdgenoten in het Westen.


Even een familiefoto in de woonkamer. Drie zussen van vijftig en begin zestig. Eén wonend in het Westen en terug op familiebezoek, Westers gekleed zoals thuis. Een tweede, wonend in de hoofdstad, wel in het zwart en een lange rok, maar zonder hoofddoek, ondanks de buitenlandse man in het gezelschap. De derde zus, afkomstig uit een kleinere stad, helemaal in een zwarte chador. Maar ze lachen even hard en zingen even luid samen. De derde zal zich midden op de dag even terug trekken in de logeerkamer om haar middaggebeden te doen. Niemand die er van opkijkt natuurlijk. Het  familiefeestje gaat gewoon verder. Zodra de mannelijke gast weg is, verdwijnen  ook de laatste hoofddoeken, blijkt later.



Een andere foto, op een verjaarsfeest met voornamelijk jonge mensen tussen de twintig en vijftig. Veel korte strakke rokken, blote armen, elegante kledij.   Mannen en vrouwen die samen dansen, muziek maken, zingen. Binnen gelden de strenge regels niet. Als de cadeautjes aan het eind van de avond zijn aangeboden,  ondergaan de meeste vrouwen een gedaanteverandering. Geen sexy rokjes en blote benen meer, maar broeken en jassen. Want buiten gelden de wetten en die zijn nog steeds streng.

Die overdreven kledingvoorschriften zijn niet islamitisch, vindt menigeen in dit milieu. 'Ze zijn er om ons te onderdrukken en onder de duim te houden.’

Let wel: ik ben maar een paar weken in Iran geweest en beschrijf indrukken en beelden. Ik heb geen idee hoeveel procent mensen in dat land diep gelovig is en hoeveel lauw gelovig. Van degenen die ik ontmoet, verzekert bijna iedereen me in God te geloven en van God te houden. Tijdens een familiepicnic 's avonds laat op een parkeerplaats, zondert bijna de helft zich - een voor een - af om het avondgebed te doen. Natuurlijk na eerst met een kompas de richting van Mekka te hebben gezocht. De anderen gaan rustig door met het roosteren van de maïs op een brandertje en vervolgens het delen van de vele meloenen. Van al deze familieleden en hun gezinnen blijkt maar één persoon te vasten tijdens de maand ramadan. De anderen hebben een excuus of 'doen er gewoon niet aan'.

Geloof scheidt mensen niet in dit milieu en deze familie. Op het verjaarsfeestje vertelt een jonge vrouw Armeense en christen te zijn. Haar familie in Amerika heeft haar vaak genoeg uitgenodigd over te komen naar de VS. Maar waarom zou ze? Ze heeft een goede baan, vrienden hier en geen problemen met haar geloof verzekert ze.

We ontmoeten zelfs iemand die stellig verkondigt dat God niet bestaat. En atheïst, een categorie mensen die helemaal niet bestaat. Hij krijgt niet echt bijval. Een enkeling kijkt hem meewarig aan, maar in besloten kring mag zelfs zijn dwarse geluid klinken.