maandag 29 juli 2013

Over vernieuwing en propaganda

Eigentijdse kunst in Iran


 Van Gogh, Bacon, Munch, Warhol, om maar een paar bekende kunstenaars te noemen uit de vorige eeuw. Veel van hun kostbare werken zijn verzameld door Farah Diba, de echtgenote van de laatste sjah van Perzië/Iran. Ze zijn ondergebracht in het Tehran Museum of Contempory Art. Tenminste, dat schrijft de goedgedocumenteerde reisgids Lonely Planet. De werkelijkheid kan er heel anders uitzien in de Islamitische Republiek Iran, zeker tijdens de maand Ramadan!

Iran biedt talloze prachtige historische monumenten. Het grote plein in Isfahan met zijn schitterend gedecoreerde moskeeën en  paleis uit de zeventiende eeuw, vormt het hoogtepunt van menig toeristische reis. Maar andere steden herbergen minstens zoveel pracht en praal ter ere van onvoorstelbaar rijke maar tijdelijke heersers van vroeger, of van de eeuwige god, of van zijn profeet en diens nageslacht. Toeristen met historisch gevoel mogen Persepolis en het nabijgelegen Necropolis en Pasargadae niet missen. Persepolis (letterlijk de stad van de Perzen) dateert van 520-350 vóór het begin van onze jaartelling. Sommige van de ruïnes hebben de oorlogen, verwoestingen en natuurrampen wonderlijk goed doorstaan.

Maar na zoveel historie en schitterende overblijfselen van vroeger tijden, breekt toch de dag aan dat een cultuurliefhebber even een frisse duik wil nemen in de hedendaagse kunst die naar verluidt ook welig bloeit in Iran. Op die dag staan er 3 bezoeken op het programma: het eerder genoemde Museum of Contempory Art, het House of Artists in Teheran, waar acht galeries wisselende tentoonstellingen verzorgen en een privé ontmoeting met een kunstenares die in haar eigen ruime appartement haar kunstwerken exposeert: Farnaz Jahanbin.

Propaganda

Het museum schokt. Niks Bacon, Warhol of Picasso. Zaal na zaal blijkt gevuld met propagandistische werken die de islam verheerlijken of het nationalisme moeten aanwakkeren in Iran. Het niveau van de beeldende kunst varieert tussen werkstukken van studenten en vluggertjes van cartoonisten. Ali, neef en schoonzoon van de profeet, figureert in menig werk en zijn zoon Hoessein eveneens. Titels als ‘geboren in de Kaäba’ verwijzen naar Ali, die voor soennieten ‘slechts’ de vierde kalief is maar voor de sjiïeten in Iran de eerste echte imam. ‘De opleving van de Islam’ laat als titel niets te raden over.

 
 

Een paar zalen verder prijkt het hoofd van de verdreven Egyptische president Moebarak op een sfinx. Met hem hadden de machthebbers in Teheran weinig op. Een van de kunstwerken heet ‘Vrijheid binnen de regels’, daarmee wellicht onbedoeld de wetgeving in het huidige Iran raak typerend.

Waar zijn de topwerken uit de twintigste eeuw? Opgeborgen. Het is de vastenmaand Ramadan en het gehele museum staat nu in het teken van religie en nationalisme. Weg eigentijdse kunst. Ongelofelijk!

Wat de museumbazen niet hebben weggewerkt staat buiten: beelden van Magritte (foto) en Moore bijvoorbeeld.

Kritiek
 
 

Een verademing vormt daarna het House of Artists. In de hal ligt weliswaar een enorme koran opengeslagen, maar die is zo groot dat hij de menselijke maat verre overstijgt. Een nauwelijks subtiele vorm van kritiek. De verschillende galeries bieden een variëteit aan werken. Soms voorzien van naam en prijs, soms niet. De prijzen lopen bij de huidige koersen uiteen van € 500 tot € 1200. Enorme bedragen voor een land waar € 200 een gewoon maandinkomen is.

In menig werk is de kalligrafie te herkennen, het sierlijk verweven van de Arabische lettertekens. Kierash Yaghoub springt er uit met zijn ‘De many names of God’.

 
 
Humoristisch is ‘Puzzled Couple’ van Abdil Asbaghi.

 
 
Zelf raak ik in de ban van een werk uit de ‘Creation Culture Series’ van Pedran Tamaomi. Cultuur met al haar gevolgen is mensenwerk, bedacht in beelden en letters in een mensenhoofd.

 

Alleen voor vrouwen
 
Fris,  verrassend, kritisch is het werk in die hedendaagse galeries. Even verfrissend is de ontmoeting met Farnaz Jahanbin, een kunstenares en zangeres, die in Teheran exposeert in haar eigen appartement, maar van wie ook werken hangen in de House of Artists en die uitnodigingen op zak heeft voor tentoonstellingen in Dubai en Londen. In haar werk zijn eveneens sporen te vinden van de kalligrafie, maar ook elementen van de voorchristelijke figuren uit de tijd van Persepolis.
 

Ze zingt zelf in haar appartement als ze daartoe wordt uitgenodigd: een prachtige stem met mooie Perzische melodieën. Maar dan vertelt ze dat ze alleen maar optreedt voor vrienden en bekenden. Want een vrouwelijke artiest mag in Iran niet zingen voor een gemengd publiek. Ze kan kiezen: alléén voor vrouwen of in besloten kring. Haar keuze was niet moeilijk: dan maar niet in het openbaar.
 
 

Maar misschien, straks in Londen, kan ze bij de opening van haar expositie ook haar stem laten horen.

Arnold.