Indrukwekkende doembeelden
in museum De Pont
Een zwarte onheilspellende
stad die niet te stuiten lijkt. Werkplaatsen, fabrieken, vliegvelden en
spoorwegen groeien dooreen en vervuilen elkaar. Bommenwerpers cirkelen boven de
stad, dreigend of afschrikwekkend. Zo ziet ‘Exotica’ er uit, het kunstwerk van
Anne & Patrick Poirier in museum De Pont. De naam prijkt in felle
neonlampen boven de troosteloze en grotendeels verlaten stad.
Een fascinerend
kunstwerk om lang bij stil te staan.
Het Franse kunstenaarsduo
heeft in de grote open ruimte van De Pont nog een paar van dit soort
indrukwekkende doembeelden staan. Een recent wandkleed, half weggezakt vlakbij
Exotica heet simpel ‘Palmyra’, naar de eeuwenoude Romeinse stad in Syrië.
Het
zwarte sombere kleed oogt als een luchtfoto na de verwoestingen van de oorlog in
de afgelopen jaren. Alsof de straaljagers van Exotica ook even een rondje over
die ruïnes hebben gemaakt.
Tien jaar geleden, voor de oorlog, liep ik daar zelf nog rond, verbaasd over alles wat de eeuwen had doorstaan.Tot dan toe.
Tien jaar geleden, voor de oorlog, liep ik daar zelf nog rond, verbaasd over alles wat de eeuwen had doorstaan.Tot dan toe.
‘Danger Zone´ duidt op een
met lucht vol geblazen kwetsbare kunststof koepel, waarin over twee eeuwen een
van de laatste mensen in leven probeert te blijven. Een verzameling van de
meest uiteenlopende voorwerpen in zijn bubbel houdt de herinnering levend aan
de tijd vóór alle ecologische rampen en oorlogen van de 21ste en 22ste
eeuw. Ze komen ons bekend voor.
Een ander ook weinig
optimistisch toekomstbeeld biedt de zwevende goudkleurige vleugel
´Daïdalopolis´. Het blijkt een ruimteschip, dat van alles uit onze bedreigde of
verloren gegane cultuur herbergt. Als een toekomstige Ark van Noach. Kleine
kijkgaatjes bieden de bezoeker inzicht in het binnenste van deze ultieme
uitvlucht.
In museum De Pont is nog veel
meer van dit kunstenaarsduo te zien; zowel grote objecten als klein intiem werk
in de wolhokken.
Vanzelfsprekend zijn er ook
veel meer schilderijen, objecten en lichtinstallaties te beleven van zeer
uiteenlopende kunstenaars. In een van de grote hokken niet ver van de ingang
verrast een nieuwe aanwinst in bruikleen: ‘Maar wie ik ben gaat niemand wat
aan’ van Marlene Dumas. Een muur met vooral portretten van gewone mensen: wat
een opluchting na de donkere doembeelden.
Om weer even op adem te komen.
Zo
lang het nog kan.