donderdag 15 juni 2023

Gluren in Bibliotheca Thysiana

 


Even gluren in Bibliotheca Thysiana 

De oudste openbare bibliotheek van Nederland, dat is de Bibliotheca Thysiana echt wel. Zij pronkt sinds 1655 in een mooi monumentaal pand aan het Rapenburg in Leiden. Opdrachtgever Johannes Thysius (1622-1653) was kort daarvoor overleden en heeft dus niet meer het droomhuis kunnen zien waarin zijn enorme verzameling boeken werd ondergebracht. 

 

De kostbare oude werken zijn nu alleen op afspraak in te zien voor studenten en onderzoekers via de universiteitsbibliotheek. Andere belangstellenden kunnen een rondleiding krijgen in het historische gebouw met een kleine groep en tegen betaling, eveneens na afspraak  natuurlijk.

De mooie gevel ken ik al sinds mijn jongensjaren, omdat ik op het Rapenburg de vijfde en zesde klas van de lagere school heb bezocht, schuin tegenover het academiegebouw van de universiteit. Maar wat er achter die gevel verderop schuil ging? Nooit geweten. Nog als verlaat verjaardagscadeau nodigde zus Marijke me uit om mee te gaan met een select groepje om een kijkje te nemen in de bibliotheek onder leiding van professor Paul Hoftijzer, een van de curators.

 

Een van de atlassen van Blaeu uitgestald 

Hij blijkt een goede verteller over de geschiedenis van Johannes Thysius en een vat vol parate kennis. Voor de verbaasde ogen van de bezoekers tovert hij met blote handen waardevolle boeken tevoorschijn. In een kamertje beneden bijvoorbeeld een prachtige atlas van Blaeu uit een kastje speciaal vervaardigd voor een hele reeks van die originele atlassen uit de zeventiende eeuw.  

 

Rondleiding door prof. Paul Hoftijzer (r) 

Eenmaal boven in de eigenlijke bibliotheek vallen de grote ramen aan de kant van het Rapenburg en de Groenhazengracht op door de heldere maar indirecte lichtinval. Daar zijn de 3000 oude boeken en enkele duizenden pamfletten te vinden die grotendeels door de oprichter zelf zijn verzameld. 


De schepping van Eva in de Keulse bijbel

De rondleider haalt een prachtige Keulse bijbel uit 1479 te voorschijn, niet in het toen nog gangbare Latijn maar reeds in de volkstaal (Rijnlands Duits). De boekdrukkunst stond nog in de kinderschoenen. De kleurrijke illustraties doen denken aan de handgeschreven bijbels van voor die tijd. Maar nu met houtsneden gedrukt en vervolgens nog met de hand ingekleurd.

 

De ark van Noach in de Keulse bijbel

Na de Keulse tovert hij een nog iets oudere Delftse bijbel tevoorschijn en als klap op de vuurpijl een miniboekje dat van hand tot hand mag gaan. 

Het is een pocket avant la lettre uit 1601, dat een geleerde reiziger ter verstrooiing bij zich kon hebben: de Consolatione Philosophiae van Boëthius (480-524).

    Pas uit 1952 

Ach ik kan thuis niet anders doen dan de Nederlandse vertaling opslaan uit mijn eigen bescheiden verzameling en constateren dat die ruim 350 jaar later is gedrukt.

  

En na de rondleiding in de bibliotheek even aan het water.