vrijdag 7 november 2014

Brokx en Karel Doorman

What’s in a name?




‘Burgemeester Brokxlaan’, spelde de man omhoog turend en hij wees met zijn wandelstok naar het straatnaambordje. ‘Was die man burgemeester net na de oorlog, uit het verzet ofzo?’

De geschiedenis van Tilburg is niet mijn sterkste punt, maar Gerrit Brokx heb ik als hooifdredacteur van de lokale krant zelf vaak genoeg gesproken. Dus ik hielp de oude man uit de droom en vertelde dat Brokx van recenter datum was.
‘Waarom zetten ze dat er dan niet bij,’ mopperde hij. ‘Waar ik geboren ben, had je de Koningin Emmastraat. Stond netjes bij dat ze regentes was. Ik thuis nog vragen wat een regentes was. En Van Oldenbarneveltlaan. Dat was een raadspensionaris. Stond er ook bij. Zo leerde je nog wat.’



‘Waar mijn dochter woont heb je straten met zeehelden. Daar staat het er nog wel bij. Karel Doormanlaan enzo. Maar toen ik met haar naar Noord ging hier in Tilburg, zag ik ook allemaal straatnamen zonder uitleg. Mahlerpad. Weet straks geen mens meer dat hij een componist was. Wel negen grote symfonieën en dan zo klein padje.’ Hij schudde zijn hoofd over zoveel onrecht.

‘Maar die Brokx, wat heeft die dan voor goeds gedaan? Waarom krijgt die zo lange straat?’
Ik schaam me, maar ik had zo gauw niets anders paraat: ‘Hij heeft gezorgd dat Tilburg een heel mooie Concertzaal kreeg. Mooi van ontwerp en een prachtige akoestiek.’ De oude baas knikte, alsof Mahler zo toch nog compensatie kreeg.
‘Zeker allemaal geld van de gemeente, dus van ons allemaal,’ probeerde hij Brokx nog even onderuit te halen.

Dat kon ik met verve tegenspreken en ik legde uit hoe de toenmalige burgemeester grote bedrijven in Tilburg onder druk zette om forse donaties ‘vrijwillig’ te betalen. Een bankdirecteur vergeleek zijn bezoek  met dat van een belastinginspecteur. En een columnist gaf hem in die tijd de bijnaam ‘Sheriff’.  

Dat sprak de man aan. ‘Jammer dat die Brokx niet meer leeft. Had die elk jaar met de pet rond kunnen gaan om de begroting rond te krijgen van zo’n concertzaal.  Is overal het zelfde. Wel een gebouw neer zetten en mee pronken, maar nooit aan denken dat die zaal elk jaar weer geld kost.’

Hij stak voorzichtig mee de weg over. De Gasthuisring. Die behoefde geen uitleg.
‘Er wordt wel veel gebouwd en gebroken hier achter dat station. Zeker nog van de bombardementen uit de oorlog,’raadde hij. Ik knikte maar, omdat ik de andere kant op moest.

Arnold Verplancke


Geen opmerkingen: