Praten in plaats van schieten
Zouden ze nog leven? Dat
vragen we ons vaak af als we weer beelden zien van de burgeroorlog in Syrië,
van de verwoestingen in steden als Homs, Hama en Aleppo. Hoe zou het zijn in de
dorpen, met de vriendelijke en vredelievende mensen die we hebben ontmoet?
Als je steeds maar
aanslagplegers op televisie ziet die Allahu Akbar roepen, dan lijken alle
moslims uit op geweld. Maar reizend door het Syrië van voor de oorlog, door
Jordanië, door Iran ontmoet je slechts vreedzame en open mensen. Net als
iedereen in het Westen zoeken ze voor zichzelf en hun kinderen een beetje voorspoed in het leven, zijn ze
blij met een eerste computer, blijken ze nieuwsgierig naar bezoekers uit het
Westen en zien ze in toeristen een teken van vooruitgang en toenadering.
Als beelden maar vaak genoeg worden
herhaald, dan staan ze in je geheugen gegrift. Dat geldt voor de neergeschoten politieman
op de stoep bij de aanslag in Parijs. Maar ook voor de vliegtuigen die in de
Twin Towers vlogen. Ik kon de herhalingen niet meer aanzien! Of indertijd de
stilstaande treinen. Ik was als verslaggever bij de Molukse treinkapingen.
Jarenlang ging mijn hart sneller kloppen als ik een stilstaande trein in een
landschap zag staan, die even wachtte voor een rood sein.
Tegengif
De Allahu Akbar-roepers met
hun kalasjnikovs en de repeterende beelden van hun schietpartijen verpesten het
voor al hun gewone geloofsgenoten. De islam dreigt identiek te worden met
geweld en gevaar. Niet iedereen heeft de gelegenheid gehad om voldoende
tegengif op te doen. Door te reizen in Syrië en in een willekeurig dorp op bezoek
te gaan bij een gewoon gezin. Een vader die zijn vrouw en veertien kinderen
onderhoudt dankzij zijn olijfbomen. De dorpsonderwijzer wordt er bij gehaald om
een goed gesprek aan te gaan met de bezoekers uit het verre Nederland. In de
Koran zoeken ze voor ons gezamenlijke grond in de Soerat Marjam, die vertelt over
de maagd Maria en de geboorte van Jezus. Dochters zetten zoete thee met in het
kookwater veel suiker. Mannen en vrouwen zitten op de grond op tapijten en
slechten samen de taalbarrières, waarbij humor en misverstanden elkaar
afwisselen.
Als je dat meemaakt, dan weet
je: aan die gewone moslims ligt het niet dat een stel malloten uit hun bol gaat
en mensen dood schiet.
In een ander Syrisch
plattelandsdorp komen we binnen bij een iets welgestelder gezin. Dat blijkt uit
hun eerste computer met internetverbinding die de man trots toont. Het is dan
nog 2007. Ver weg in Damascus heerst de dictatoriale president Bashar al-Assad, maar hier verder naar het oosten komen gastvrij de
zelfgemaakte hapjes en speciale thee op tafel. De man showt zijn pc en de vrouw
haar trouwfoto’s en samen zijn ze trots op hun vijf kinderen, die ze zo graag
in voorspoed en vrede zien opgroeien. De oudste studeert dan al in Aleppo. Als
ik aan hen denk, schuiven de beelden van verwoeste steden er altijd tussen. Al dat
oorlogsgeweld van een paar jaar later. Hoe hebben ze dat doorstaan? Of niet?
Respecteren
Op reis in Jordanië blijkt
Joke in de vrouwenmoskee een geliefd en bijna geliefkoosd object. Ze krijgt
uitnodigingen om bij de een op bezoek te komen en bij de ander en bij nog een volgende.
Als we bij een vrouw en haar dochter thuis aanschuiven en bijna verlegen zien
hoeveel lekkers op tafel komt, blijken ook de gesprekken weer even open als
tijdens eerdere ontmoetingen. Natuurlijk zijn ze moslim en daar voelen ze zich
goed bij. Maar ze staan open voor andere culturen en opvattingen. De volwassen dochter
heeft getolkt voor de Amerikanen in Irak en heeft ook in de VS gestudeerd. Ze
draagt geen hoofddoek, maar ze sluit niet uit dat in de toekomst misschien wel
eens te gaan doen. Dat maakt ze zelf wel uit. Nee, met een Amerikaan wil ze
niet trouwen. De partner die ze zelf zal kiezen, moet wel bij haar cultuur en
opvattingen passen. Maar tegelijk haar vrijheid respecteren.
Schietgrage terroristen laten
mensen denken dat hun landen van herkomst achterlijk zijn en in onvrijheid
gedompeld. Op eigen houtje reizend door het Syrië van vóór de huidige burgeroorlog
en door Jordanië, krijg je gelukkig een heel ander beeld. Van arm tot rijk
hoopt iedereen op vrede en veiligheid en een goede toekomst voor de kinderen.
En in Iran dan, het land dat
jarenlang het grootste gevaar vormde volgens de VS? Daar is het niet wezenlijk
anders, blijkt in 2013. De volledig omhulde vrouwen in de zwarte chadors die steeds op de
Westerse tv-schermen figureren, blijken een minderheid in het kleurrijke
straatbeeld. Jongelui lopen er maar weinig anders bij dan in een gemiddeld Westers
land. Uitgezonderd natuurlijk de hoofddoek die vrouwen wettelijk verplicht zijn
te dragen, maar die bij menigeen ver op het achterhoofd wordt geschoven.
In de privacy van de
huiskamer gaan niet alleen de lange
rokken uit, maar vallen ook de reserves weg om over politiek en religie te
praten. Binnen de brede middenklasse die het hoogontwikkelde land nu rijk is,
pleit niemand voor de dictatuur van de sharia. Integendeel, de gewone burgerlijke vrijheden, die zij kennen
van de satellietzenders uit de vele buitenlanden, is wat hen aantrekt. En over
religie praten ze ook vrijuit. De een verklaart zich openlijk atheïst, de ander
beschouwt zich wel moslim, maar heeft toch meer op met de vreedzame profeet Isa
(Jezus) dan met de soms gewelddadige Mohammed. En tegelijk kan een orthodoxe vrouw
zich terugtrekken in de zijkamer om haar avondgebeden te doen op een rein
vloerkleedje.
Meningsverschillen binnen één
familie die met elkaar in vrede en respect leeft. Toch zijn ze het over een
ding wel eens: geen revolutie in Iran please, geen oorlog, wel een vreedzame
evolutie.
Soms is het hard nodig om aan
die ervaringen terug te denken als tegengif tegen de tv-beelden van extremisten
die door godsdienstwaanzin gegrepen lijken. Je zou het niet meer geloven, maar
één van de betekenissen van het woord ‘islam’ is vrede. Salaam, sjaloom.
ARNOLD VERPLANCKE
ARNOLD VERPLANCKE
Geen opmerkingen:
Een reactie posten