Brief uit 2013
Dag Irene,
Het raadsel van het Zeeuwse
petje, dat in jouw bezit is, zal ik nooit helemaal kunnen oplossen, denk ik.
Omdat ik me – als oudste
broer – verantwoordelijk voel voor de historische gegevens over de familie van
ma, heb ik wat speurwerk gedaan. Onder meer in het boek van J. Kok: Knooppunt in West-Europa[1].
Dat knooppunt voor de binnenscheepvaart is dan het Kanaal door Zuid-Beveland,
zeker in de eerste helft van de 20ste eeuw.
Van wie kan het petje
afkomstig zijn?
-
Jacobus Kuif
28-5-1855 - 8-7-1931 of
-
Arnoldus Kuif
7-2-1895 - 10-2-1974.
Jacobus Kuif is bij mijn
weten o.m. in een ambtelijke functie werkzaam geweest als brugwachter van de
spoorbrug over het Kanaal door Zuid-Beveland. Dat moet de (lage) handbediende spoordraaibrug
zijn geweest, ongeveer tussen het dorp Schore en het buurtschap Vlake. Die brug
is pas in de jaren dertig van de vorige eeuw vervangen door een hoge brug bij
Vlake, maar toen was Jacobus Kuif al overleden.
Die Zeeuws Vlaamsche Tramweg
Maatschappij reed echter NIET op Zuid-Beveland, maar aan de andere kant van de
Westerschelde, in Zeeuws-Vlaanderen. Dus dat verklaart nog niets.
Opa Arnoldus Kuif dan?
Ik weet alleen dat hij ooit
als machinist heeft gereden in de buurt van Hansweert op een soort goederentrein
bij de aanleg van grondwerken rond het kanaal. Ik weet niet of dat is geweest
vóórdat hij als militair in de Eerste Wereldoorlog (WO1) werd gemobiliseerd
(ingekwartierd in Limburg ergens) of er na.
Net voor WO1 (1912) werd
begonnen met de bouw van de nieuwe Oostsluis van Hansweert. Opa Kuif was toen
17, geen ongebruikelijke leeftijd om aan de slag te gaan in die tijd. Volgens
het boek werd voor het vervoer van bouwmaterialen etc. gebruik gemaakt van vier
stoomlocomotieven die over smalspoor reden, lorries en kipkarren. Dat sluit wel
aan bij wat ik me herinner van de verhalen van opa en oma. Bij dat soort werk
is hij betrokken geweest. De sluis zou pas met vertraging in 1916 worden
geopend.
In diezelfde tijd werd door
dezelfde aannemer de stoomtramlijn Hansweert-Vlake aangelegd (klaar in 1913).
Ook daar kan opa Kuif dus gereden hebben als machinist bij de bouwwerkzaamheden.
Maar verklaart dat het petje? Neen, want dat waren werkzaamheden voor een
particuliere aannemer op Zuid-Beveland en daar reed de ZVTM niet.
De ZVTM had een uitgebreid
net van stoomtramlijnen aan de andere kant, in Zeeuws-Vlaanderen. Ook (vanaf
1918) een dienst naar Walsoorden, die aansloot op de veerdienst
Walsoorden-Hansweert. En die veerdienst sloot weer aan op de stoomtram
Hansweert-Vlake, van de buitenhaven van Hansweert naar het station Vlake, waar
men de trein naar Roosendaal kon nemen.
De stoomtram Hansweert-Vlake
vervoerde toen jaarlijks meer dan 100.000 passagiers. Maar helaas, noch de
veerboot over de Schelde, noch de stoomtram naar Vlake werden geëxploiteerd
door de ZVTM. Beide diensten werden onderhouden door de PSD (Provinciale
Stoombootdiensten in Zeeland). Hoe kwam dat petje dan toch aan de overkant van
de Schelde?
Mogelijke verklaring:
De ZVTM had voor haar
stoomtrams op Zeeuws-Vlaanderen veel water nodig voor de stoomketels. Het
grondwater aan die kant van de Schelde had echter een hoog zoutgehalte,
waardoor gauw grote schade ontstond aan de locomotieven. De ZVTM haalde daarom
aanvankelijk water uit België (via de spoorlijn). Dat bleek onvoldoende.
Daarom
ging ze ook water uit… Hansweert halen, aan de andere kant van de Schelde. Voor
dat doel kocht de ZVTM in 1922 een ijzeren motorklipperschip dat omgebouwd werd
tot watertankschip en dat wekelijks 400.000 liter water van Hansweert naar
Terneuzen bracht. In 1924 liet de ZVTM voor dit doel zelfs een tweede tankschip
bouwen.
Zoals
we weten, woonden opa en oma Kuif in die jaren in Hansweert. Ma is geboren in
1923 in Hansweert (gemeente Kruiningen toen).
Ik
weet natuurlijk niet zeker in welke rol of functie opa toen met die mensen van
de ZVTM in Hansweert in aanraking is gekomen. Of hoe hij aan die pet is geraakt.
Wie
weet is hij betrokken geweest bij het
onderhoud aan de scheepsmotoren van de watertankschepen of is hij zelfs in
dienst geweest van de ZVTM daarvoor. Een aantal jaren later verhuisde hij
immers naar Leiden met ervaring in het repareren van scheepsmotoren en hij ging
toen werken in de fabriek van scheepsmotoren aan de Utrechtse Veer.
Verder
kan ik niet komen. Misschien is het welleuk dit raadsel te laten bestaan.
Ik
heb overigens gevonden een mini-Wetboekje van Strafrecht van Jacobus Kuif (met
zijn naam en stempel er in) uit het eind van de 19e eeuw. Hij heeft
het ook daadwerkelijk gebruikt, getuige zijn aantekeningen met potlood.
Jullie
hadden het voor een kerkboekje aangezien en dus.. voor mij bestemd.
Tot
ziens
arnold
5-4-2013
Geen opmerkingen:
Een reactie posten