dinsdag 15 april 2025

Over een petje van opa of overgrootvader

Brief uit 2013

Dag Irene,

 


Het raadsel van het Zeeuwse petje, dat in jouw bezit is, zal ik nooit helemaal kunnen oplossen, denk ik.

Omdat ik me – als oudste broer – verantwoordelijk voel voor de historische gegevens over de familie van ma, heb ik wat speurwerk gedaan. Onder meer in het boek van J. Kok: Knooppunt in West-Europa[1]. Dat knooppunt voor de binnenscheepvaart is dan het Kanaal door Zuid-Beveland, zeker in de eerste helft van de 20ste eeuw.

 

Van wie kan het petje afkomstig zijn?

-          Jacobus Kuif 28-5-1855  -  8-7-1931 of

-          Arnoldus Kuif 7-2-1895  -  10-2-1974.

 

Jacobus Kuif is bij mijn weten o.m. in een ambtelijke functie werkzaam geweest als brugwachter van de spoorbrug over het Kanaal door Zuid-Beveland. Dat moet de (lage) handbediende spoordraaibrug zijn geweest, ongeveer tussen het dorp Schore en het buurtschap Vlake. Die brug is pas in de jaren dertig van de vorige eeuw vervangen door een hoge brug bij Vlake, maar toen was Jacobus Kuif al overleden.

 

Die Zeeuws Vlaamsche Tramweg Maatschappij reed echter NIET op Zuid-Beveland, maar aan de andere kant van de Westerschelde, in Zeeuws-Vlaanderen. Dus dat verklaart nog niets.

 

Opa Arnoldus Kuif dan?

Ik weet alleen dat hij ooit als machinist heeft gereden in de buurt van Hansweert op een soort goederentrein bij de aanleg van grondwerken rond het kanaal. Ik weet niet of dat is geweest vóórdat hij als militair in de Eerste Wereldoorlog (WO1) werd gemobiliseerd (ingekwartierd in Limburg ergens) of er na.

 

Net voor WO1 (1912) werd begonnen met de bouw van de nieuwe Oostsluis van Hansweert. Opa Kuif was toen 17, geen ongebruikelijke leeftijd om aan de slag te gaan in die tijd. Volgens het boek werd voor het vervoer van bouwmaterialen etc. gebruik gemaakt van vier stoomlocomotieven die over smalspoor reden, lorries en kipkarren. Dat sluit wel aan bij wat ik me herinner van de verhalen van opa en oma. Bij dat soort werk is hij betrokken geweest. De sluis zou pas met vertraging in 1916 worden geopend.

 

In diezelfde tijd werd door dezelfde aannemer de stoomtramlijn Hansweert-Vlake aangelegd (klaar in 1913). Ook daar kan opa Kuif dus gereden hebben als machinist bij de bouwwerkzaamheden. Maar verklaart dat het petje? Neen, want dat waren werkzaamheden voor een particuliere aannemer op Zuid-Beveland en daar reed de ZVTM niet.

 

De ZVTM had een uitgebreid net van stoomtramlijnen aan de andere kant, in Zeeuws-Vlaanderen. Ook (vanaf 1918) een dienst naar Walsoorden, die aansloot op de veerdienst Walsoorden-Hansweert. En die veerdienst sloot weer aan op de stoomtram Hansweert-Vlake, van de buitenhaven van Hansweert naar het station Vlake, waar men de trein naar Roosendaal kon nemen.

De stoomtram Hansweert-Vlake vervoerde toen jaarlijks meer dan 100.000 passagiers. Maar helaas, noch de veerboot over de Schelde, noch de stoomtram naar Vlake werden geëxploiteerd door de ZVTM. Beide diensten werden onderhouden door de PSD (Provinciale Stoombootdiensten in Zeeland). Hoe kwam dat petje dan toch aan de overkant van de Schelde?

 

Mogelijke verklaring:

De ZVTM had voor haar stoomtrams op Zeeuws-Vlaanderen veel water nodig voor de stoomketels. Het grondwater aan die kant van de Schelde had echter een hoog zoutgehalte, waardoor gauw grote schade ontstond aan de locomotieven. De ZVTM haalde daarom aanvankelijk water uit België (via de spoorlijn). Dat bleek onvoldoende.

 

Daarom ging ze ook water uit… Hansweert halen, aan de andere kant van de Schelde. Voor dat doel kocht de ZVTM in 1922 een ijzeren motorklipperschip dat omgebouwd werd tot watertankschip en dat wekelijks 400.000 liter water van Hansweert naar Terneuzen bracht. In 1924 liet de ZVTM voor dit doel zelfs een tweede tankschip bouwen.

 

Zoals we weten, woonden opa en oma Kuif in die jaren in Hansweert. Ma is geboren in 1923 in Hansweert (gemeente Kruiningen toen).

Ik weet natuurlijk niet zeker in welke rol of functie opa toen met die mensen van de ZVTM in Hansweert in aanraking is gekomen. Of hoe hij aan die pet is geraakt.

Wie weet is hij  betrokken geweest bij het onderhoud aan de scheepsmotoren van de watertankschepen of is hij zelfs in dienst geweest van de ZVTM daarvoor. Een aantal jaren later verhuisde hij immers naar Leiden met ervaring in het repareren van scheepsmotoren en hij ging toen werken in de fabriek van scheepsmotoren aan de Utrechtse Veer.

 

Verder kan ik niet komen. Misschien is het welleuk dit raadsel te laten bestaan.

 

Ik heb overigens gevonden een mini-Wetboekje van Strafrecht van Jacobus Kuif (met zijn naam en stempel er in) uit het eind van de 19e eeuw. Hij heeft het ook daadwerkelijk gebruikt, getuige zijn aantekeningen met potlood.

Jullie hadden het voor een kerkboekje aangezien en dus.. voor mij bestemd.

 

Tot ziens

arnold

5-4-2013



[1] Uitgegeven Kruiningen 1986 en afkomstig uit de boekenkast van ma toen ze ging opruimen.

Geen opmerkingen: