Cultuurliefhebben nabij de zee
Zijn het bomen die tot in de
hemel groeien? Of beelden ze reusachtige stemvorken uit? In ieder geval versieren
lange pijlers de buitengevels van het splinternieuwe grote gebouw, midden in Den Haag, en tillen ze de hele constructie
van Amare. Wat de naam betekent? Hij
doet vooral denken aan de nabijgelegen zee
(a mare) en ook aan liefhebben. Die liefde zullen vooral de cultuurminnaars
voelen, die in dit prachtige muziekpand een
geweldig aanbod vinden. Het heeft veel geld gekost (223 miljoen) en politiek
geharrewar, maar uiteindelijk heb je dan wel wat!
Door Arnold Verplancke (tekst en beeld)
De afgelopen week heb ik daar
een paar dagen mogen rondlopen en rondkijken en ik ben zeer onder de indruk. Den
Haag heeft een geweldige sprong vooruit gemaakt op cultuurgebied met deze benijdenswaardige
voorziening. Het reusachtige gebouw telt zes verdiepingen, heeft een
vloeroppervlak van 54.000 vierkante meter; dat staat gelijk aan minstens zeven
voetbalvelden. Het huisvest het Residentie Orkest, het Nederlands Danstheater
(NDT) en het Koninklijk Conservatorium en daarmee vervangt Amare ook de Anton Philipszaal en het Lucent Danstheater.
De grote concertzaal met haar heldere akoestiek en zachtgroene interieur.
Los hangend
In het gebouw zijn vijf
professionele zalen te vinden. Een concertzaal met 1500 zitplaatsen, waarin de
hand van Jo Coenen nog duidelijk te herkennen is, ook ontwerper van de
(kleinere) Tilburgse concertzaal. Een repetitiezaal voor het Residentie Orkest
met 200 zitplaatsen voor kijkers. De theaterzaal van het Nederlands Dans
Theater met 1300 stoelen. Een aparte repetitiezaal voor het NDT waar alleen
incidenteel bezoekers toegang hebben. En ook nog een zaal voor het Koninklijk
Conservatorium met 600 zitplaatsen. Alle grote zalen hangen als het ware los in
het gebouw, om elke vorm van geluidshinder te voorkomen.
De drie bovenste verdiepingen zijn compleet voor conservatorium en dansopleiding, die niet alleen talentvolle en hardwerkende studenten tot het hoogst mogelijke niveau brengen, maar ook kinderen op basisschoolleeftijd toelaten om ze naast het normale onderwijsprogramma al jong voor te bereiden op de veeleisende muziek- en balletstudies. Die verdiepingen met talloze kleinere oefenruimtes en kleedkamers zijn niet voor het publiek toegankelijk. De onderste verdiepingen wel. Daar liggen ook een stadskantine en op de begane grond een ruime brasserie met terras.
Cultuurreis
Mijn geslaagde kennismaking
met Amare vormt een onderdeel van
een cultuurreisje naar Den Haag van de gespecialiseerde reisorganisatie Musico, waarmee ik de afgelopen jaren
meerdere interessante reizen heb kunnen maken, dit keer weer onder leiding van
(altviolist) Wouter Schmidt. Natuurlijk staat er dan in de nieuwe zaal een
concert van het Residentie Orkest op het programma, maar daar kan iedereen een kaartje
voor kopen om zelf de heldere akoestiek te beluisteren en bewonderen. Interessante
extraatjes zijn bijvoorbeeld een repetitie van dat grote symfonieorkest in zijn
speciale oefenzaal en ook een les aan conservatoriumleerlingen. In dit geval gegeven
door Roger Regter, hoofdvakdocent cello en tevens eerste cellist van het
Residentie Orkest.
Het Residentie Orkest in zijn nieuwe repetitieruimte. Helemaal vooraan in het midden de Russische pianist die invalt, de Duitse dirigent en concertmeester Wouter Vossen.
Veeleisend
Zowel de repetitie van het
hele orkest als de cellolessen blijken erg leerzaam voor een liefhebber van
muziek. Pas dan krijg je een idee hoe veeleisend het leven van een
orkestmusicus is en ook dat van een student die een plaats in een orkest
ambieert. Studeren, oefenen en werken: kort samengevat hun leven dag in dag
uit.
Op donderdagochtend woon ik
een repetitie bij van het orkest. Op de lessenaars om te beginnen het Tweede
Pianoconcert van Rachmaninov. Dirigent Jun Märkl laat het orkest een flink stuk
van het eerste deel spelen. Klink goed, denk je dan. Zeker met pianist Denis
Kozhukhin (1986) die een dag eerder is ingevlogen uit Lausanne om een ziek
geworden collega als solist te vervangen. Hij heeft gisteren even met de
dirigent gesproken en repeteert nu voor het eerst met het orkest! Morgenavond
komt het grote publiek er al bij.
Weer opnieuw en weer
De dirigent heeft zorgvuldig geluisterd
naar het orkest en blijkt - voor mij onverwacht - heel wat op- en aanmerkingen
te hebben. Vanaf die maat moeten ze opnieuw spelen. Gehoorzaam volgt het orkest
zijn aanwijzingen. De solist laat zijn razendsnelle vingers opnieuw over de
toetsen gaan tot de dirigent de hand heft: stoppen. Weer een paar maten
opnieuw. En weer. Iedereen volgt geduldig en professioneel de instructies. En
daadwerkelijk gaat het werk strakker klinken, puntiger, spannender met andere
accenten. Wat interessant die ontwikkeling te constateren!
De blazers en het slagwerk van het orkest hebben ook alle ruimte in het nieuwe oefenlokaal.
Als Rachmaninov na een paar
uur goed doorgespeeld is, althans in afwachting van de generale de andere
ochtend, voegt een ongeveer twintigjarige vrouw zich een beetje onopvallend
achter de dirigent. Wat blijkt? Het Residentieorkest geeft vrijdags jonge
componisten die nog in opleiding zijn, de kans een eigen gloednieuw werk van
ongeveer één minuut voor het publiek te laten uitvoeren. Nu is het de beurt aan
de Ierse Rose Connolly (2000) met haar Slow Moving Clouds. Een impressie die ze
ontleent aan de vliegreizen tussen haar geboorteland en Nederland. Ook dat werk
dirigeert Jun Märkl uiterst zorgvuldig met de nodige correcties.
Hiërarchie
De hiërarchie in een orkest
is heel streng. Gewone orkestleden zullen niet gauw rechtstreeks vragen stellen
aan een dirigent, zeker niet aan een gerenommeerde buitenlander. Vragen gaan
dan via de concertmeester (1e violist) of de aanvoerder van de
orkestsectie waarvan de musici deel uitmaken. Wouter Vossen (uit
Berkel-Enschot) is overigens hier de concertmeester, een functie die hij lang
geleden ook bij het Brabants Orkest had.
Tijdens deze gloednieuwe
compositie wil de paukenist weten of hij een bepaald deel ‘tremolo’ moet
blijven spelen. De van oorsprong Duitse dirigent wendt zich tot de jonge
componiste en krijgt als antwoord een duidelijk ‘ja’. Iedereen tevreden.
Later in een gesprekje voor
de lunch vertelt Jun Märkl dat hij het
een prima idee van conservatorium en orkest vindt om compositieleerlingen de
kans te geven een kort werk te schrijven en dat professioneel te laten uitvoeren
door het orkest. Hij heeft het concept in andere landen gelanceerd, maar er wel
eerlijk bij verteld dat het een ‘Dutch’
idee is. Märkl ontpopt zich als een aimabele man, die liefst in zijn eigen
camper blijkt rond te trekken van orkest naar orkest waar hij aan verbonden is.
De Franse masterstudente Lola en haar leermeester.
Masterleerlingen
In een grote oefenruimte van
het conservatorium ontvangt docent en cellist Roger Regter eind van de middag
een Franse masterstudente, Lola geheten. Zij moet binnenkort bij een orkest
vóór spelen om wellicht in aanmerking te komen voor een plaats, maar het
daarbij opnemen tegen talloze andere gegadigden. Een selectiecommissie gaat dan
kritisch luisteren zonder de kandidaten te kunnen zien. Om zich voor te
bereiden, neemt ze met haar docent nu een aantal stukken door die wellicht
worden gevraagd: belangrijke cellopartijen uit grote werken van uiteenlopende
componisten, van Bruckner tot Mozart. Partijen die vaak zijn geschreven voor
een hele cellosectie, maar die nu door de kandidaat eenzaam moeten worden vertolkt.
Geen noot, geen enkel tempo, geen accent mag verkeerd klinken of je bent
afgebrand.
De Franse studente luistert aandachtig naar de aanwijzingen, brengt ze ook ogenblikkelijk in praktijk. Ze speelt een paar maten opnieuw en weer opnieuw en dan weer een volgend stuk met nieuwe moeilijkheden. Soms gaat docent Roger naast haar zitten en spelen ze samen om haar het juiste gevoel te geven. Dan weer adviseert hij haar over de strijkstok, de vingerzettingen, de streek die juist langer of korter moet, sneller of langzamer.
Invallen
Morgenavond zal ze trouwens
mogen invallen in het Residentie Orkest tijdens het bijna uitverkochte concert.
Van de acht cellisten van het orkest hebben zich namelijk drie ziek gemeld, dus
het heeft vervangers nodig. Vergevorderde studenten krijgen dan soms de kans
mee te spelen. Zo snijdt het mes aan twee kanten: het orkest geholpen en de
student praktijkervaring.
Na de Franse Lola schuift de
Spaanse Carmen aan voor haar individuele les van Roger. Nieuwe vragen en
problemen en nieuwe antwoorden en adviezen. Veel geduld en grote concentratie.
Die inzet en inspanning
kunnen natuurlijk alleen maar als je veel liefde voelt voor het vak en voor de
muziek. Amare vloeit over van Amore.
1 opmerking:
Dag Arnold,
Wat heb je onze reis mooi beschreven, zeg, heel veel dank!
HG,
Wouter
Een reactie posten